post thumbnail

Waarom afvallen maar niet lukt – zelfs als je alles goed doet

- Afvallen

“Ik snap het niet. Mijn partner eet hetzelfde als ik en valt wel af.”

“Ik volg het dieet perfect, train twee of drie keer per week, en toch gebeurt er niets op de weegschaal.”

“Vorige maand viel ik nog 3 kilo af, nu doe ik exact hetzelfde en blijf ik weken op hetzelfde gewicht steken.”

“Ik heb mijn schildklier laten checken, mijn hormonen, alles is goed – maar afvallen lukt gewoon niet.”

Herkenbaar? Dan zit je waarschijnlijk midden in een van de meest frustrerende ervaringen die er bestaat: je doet je uiterste best, maar het lijkt alsof je lichaam gewoon niet meewerkt.

Eerst het belangrijkste: het is niet jouw schuld. En nee, je “doet het niet verkeerd” en je hebt ook geen gebrek aan wilskracht. Er zijn gewoon een paar dingen die het proces kunnen verstoren – vaak zonder dat je het doorhebt.

De onzichtbare saboteurs

1. Calorieën zijn moeilijker in te schatten dan we denken

Dit is misschien wel de grootste valkuil, en het overkwam ons allemaal wel eens. Je bent ervan overtuigd dat je “bijna niets” eet, maar in werkelijkheid zit je toch hoger dan je denkt.

Uit meerdere wetenschappelijke studies blijkt dat wij als mensen (ook wij dus vroeger) niet altijd het beste inschattingsvermogen hebben. En dit is geen karakterfout – menselijke perceptie is gewoon onbetrouwbaar als het gaat om het inschatten van portiegroottes en calorieën. Daar moeten we het maar mee doen.

Kleine dingen die groot uitpakken:

  • Die lepel pindakaas “voor de smaak” (100+ calorieën)
  • Een handje nootjes tijdens het koken (150+ calorieën)
  • Het niet afwegen van olie bij het koken (120 calorieën per eetlepel)
  • Proeven tijdens het koken
  • Die paar happen van het bord van je partner

Voor je het weet zit je 300-500 calorieën hoger dan je dacht, wat je hele calorietekort kan wegvagen.

De oplossing: Track je voeding een paar weken nauwkeurig. Echt alles. Je zult verbaasd zijn hoeveel kleine dingen je normaal gesproken “vergeet”. Of een andere tip: houd jezelf echt strak aan je vaste maaltijden en snack niks tussendoor.

2. De weegschaal kan verwarrend zijn

Hier is iets wat veel mensen niet beseffen: afvallen is niet lineair. Bij het afvalproces verlies je drie dingen: vet, vocht en glycogeen (opgeslagen voorraden suikers in je lichaam die het gebruikt voor energie). 

Vet schommelt inconsistent naar beneden. Het vermindert dus wel met afvallen (Yay!), maar daar zit geen vastomlijnd patroon in. De ene dag gaat het harder dan de andere, en daar hebben we niet altijd iets voor te zeggen.

Vocht en glycogeen kunnen beïnvloed worden door tal van factoren zoals voeding, slaap, beweging, stress, hormonen, etc. Die schommelen dus ook. 

Dit betekent dat je ene dag 500 gram lichter kunt zijn en de volgende dag weer 200 gram zwaarder – zonder dat je iets “fout” hebt gedaan.

Veel mensen wegen zich:

  • Wanneer ze eraan denken (vaak na een “goede” dag)
  • Op verschillende tijdstippen van de dag
  • Te weinig om patronen te zien

Beter is om:

  • Elke ochtend te wegen op een nuchtere maag direct nadat je wakker bent geworden en naar de wc bent gegaan
  • Je wekelijkse gemiddelde te berekenen
  • Trends te bekijken over weken, niet dagen

3. Weekenden kunnen meer impact hebben dan we beseffen

Ah, de weekenden. Door de week ben je on fire, maar vrijdag tot zondag… gebeurt er van alles. Dat is heet: het leven. Gezelligheid, onverwachte bezoekjes of uitjes, noem het maar op.

En vaak onderschatten we hoeveel impact dit kan hebben. Als je doordeweeks perfect op schema zit, maar in het weekend je opgespaarde calorieën er weer bij eet, kan het zo zijn dat je aan het einde van de week stabiel staat.

Een rekenvoorbeeld:

  • Maandag t/m donderdag: 1800 calorieën (onderhoudshoeveelheid 2000 calorieën per dag) = 800 calorieën “gespaard”
  • Vrijdag: borrel + restaurant = 2800 calorieën
  • Zaterdag: uitgebreid ontbijt + avond thuis = 2600 calorieën
  • Zondag: familie-lunch = 2400 calorieën

Weekgemiddelde: Precies op onderhoudsniveau. Geen afvallen.

Dit is geen gebrek aan wilskracht – want ik begrijp goed dat het in het weekend kan voelen alsof je na een week hard werken iets extra’s verdiend hebt. Het goede nieuws? Als je dit herkent, kun je er ook iets aan doen door bewuster te plannen voor sociale momenten. Een voorbeeld is de methode van Maxible Dieting die we bij maxfit gebruiken, waar je leert sociale gelegenheden in te plannen in je week zodat je er wel van kan genieten, maar toch blijft afvallen.

Maar wat als er echt iets anders speelt?

Hormonen, overgang en schildklierproblemen

Laten we eerlijk zijn: soms speelt er wel degelijk iets fysieks mee. Hormoonverstoringen, schildklierproblemen, de overgang, bepaalde medicatie – het kan allemaal invloed hebben.

Maar hier is iets belangrijks om te onthouden: deze factoren kunnen afvallen moeilijker maken, maar niet onmogelijk.

Wat ze kunnen doen is jouw verbranding of jouw eetlust beïnvloeden, wat het afvallen lastiger voor je maakt. Waar iemand anders misschien 2400 calorieën per dag verbrandt, verbrand jij er door omstandigheden misschien 2000. Dat betekent dat je schema moet worden aangepast, niet dat afvallen onmogelijk is.

Er bestaat wel degelijk aanleg om sneller vet op te slaan, maar er hoeft geen aanleg te zijn om te kunnen afvallen. De wet van de caloriebalans geldt altijd. Verbruik je meer calorieën dan je binnenkrijgt, dan val je af. Iedereen. Altijd.

Zoals het gezegd de luidt: jouw genetische aanleg of hormonen laden het geweer. Maar leefstijl haalt pas de trekker over.

Stress en slaap

Chronische stress kan je vetopslag en eetlust beïnvloeden door verhoogde cortisolniveaus. Slechte slaap verhoogt het hormoon ghreline (= ik heb honger!) en verlaagt het hormoon leptine (= ik zit vol).

Dit betekent niet dat je niet kunt afvallen als je gestrest bent of slecht slaapt. Het betekent wel dat je misschien meer honger hebt , minder snel verzadigd bent en het proces uitdagender kan zijn.

Waarom kleine inconsistenties grote gevolgen hebben

Uit onze ervaring van duizenden leden blijkt dit vaak de echte oorzaak: inconsistentie zonder dat je het doorhebt.

Het zijn niet de grote afwijkingen die je opvallen (die compenseer je meestal wel), het zijn de kleine, dagelijkse inconsistenties die zich opstapelen:

  • Niet alles afwegen
  • Niet elke dag wegen
  • Te optimistisch zijn over portiegroottes
  • Vergeten om alles te tracken
  • Te veel variatie in eetpatronen

Wat kun je nu doen?

1. Ga terug naar de basis

  • Track 2 weken lang werkelijk álles wat je eet en drinkt
  • Weeg elke ochtend en bereken je wekelijkse gemiddelde
  • Kijk eerlijk naar je weekendpatroon

2. Schakel een expert in

Als het makkelijk was geweest, had je deze blog niet gelezen en was dit onderwerp ook niet interessant voor je. Afvallen is een strijd die je bijna niet alleen kunt winnen. Een coach kan patronen zien die jij mist en je helpen bij aanpassingen.

3. Heb geduld met het proces

Afvallen met blijvend resultaat duurt tijd. 0,5-1% van je lichaamsgewicht per week is een gezonde snelheid. Sneller betekent vaak dat het niet vol te houden is.

4. Focus op het systeem, niet op perfectie

Het gaat niet om 100% perfectie, maar om 80% consistentie. Beter 80% vol te houden voor de rest van je leven dan 100% voor 6 weken gevolgd door complete terugval.

Het is niet persoonlijk

Hier is misschien wel het belangrijkste: als het niet lukt, betekent dat niet dat er iets mis is met jou. Het betekent meestal dat er een of meer variabelen zijn die je nog niet hebt gevonden of aangepakt.

Met de juiste aanpak, realistische verwachtingen en eventueel wat professionele ondersteuning, kan vrijwel iedereen succesvol en blijvend afvallen.

Het vraagt alleen soms wat meer detective-werk om erachter te komen waar de echte uitdaging ligt. En dat is oké. Dat is zelfs normaal.

Want uiteindelijk gaat het er niet om dat je perfect bent. Het gaat erom dat je een aanpak vindt die bij jou werkt – en die kun je leren.